Ben jij een goede gastheer of vrouw voor je emoties?
Al jong leren we dat sommige emoties wel welkom zijn en andere niet. Onze ouder of lerares houdt niet van geschreeuw, boosheid of jaloezie en iedereen kent het ons aller geliefde adagium: Samen spelen, samen delen. Mocht een kind laten zien dat hij niet wil delen wordt deze daar direct op gecorrigeerd. We leren allemaal dat bezitsdrang niet mag en dat het de bedoeling is dat we delen*. We leren meteen dat we geen grenzen mogen hebben en dat we iets moeten opgeven waar we nog helemaal niet klaar mee zijn. Lessen die goed bedoelt zijn, maar een effect hebben dat ongewenst is. Bovendien leert het maar weinig kinderen om uit zichzelf te delen.
Het niet willen delen van het speelgoed geeft vaak een grens aan. Jaloezie geeft soms verlangen, onzekerheid of angst aan. Onze emoties brengen ons informatie ( of hebben een functie die wij wellicht nog niet doorzien, zo zijn tranen vaak een opruiming voor iets nieuws). Maar doordat we al jong leren dat er voor sommige emoties geen ruimte is, wordt het lastiger en lastiger voor ons om de boodschappen te horen. En voordat we het weten laten we ons opzadelen met allerlei klussen, doen we elke taak alleen, brengen we ons niet in in een groep, zijn we onszelf steeds aan het bewijzen of worden we buiten proportioneel woedend op onze partner omdat we de oordelen die we vroeger van onze opvoeder kregen nu intern in ons doorleven.
We vinden dus bijvoorbeeld vaak dat we niet boos zouden mogen zijn. Op het moment dat boosheid niet mag, luisteren we niet meer naar de boodschap die boosheid in zich heeft en geven we onze grenzen niet meer op tijd aan. Met als uitkomst een ontploffing. Oh en er zijn ook nog mensenkinderen onder ons waar de boosheid helemaal niet meer langs komt, maar daar is vaak het gevoelsleven in zijn geheel verarmd. Hier is het leven dan soms erg saai geworden en is er weinig tot geen contact meer met wens en verlangen.
Al het bovenstaande is dan ook een uitnodiging om ja te zeggen tegen wat zich aandient. Kijk eens zonder oordeel naar het gevoel dat voorbij komt en lees de informatie die het in zich heeft. Ben een goede gastheer/vrouw en heet alles welkom. Alleen onwelkome gasten blijven hangen en gaan stinken.
*Interessante voetnoot vind ik zelf dat de meeste mensenkinderen nooit dol worden op delen, al hebben ze elke dag het zinnetje - samen spelen, samen delen - gehoord. Want wie onder ons deelt makkelijk zijn nieuwe kleren, auto, huis, chocolade of partner? Uiteraard, als het nieuwe ervan af is, wordt het voor sommigen van ons al makkelijker, maar ook dit in gradaties en afhankelijk van de mogelijkheden van de innerlijke mens. Wellicht als we onze kinderen willen leren delen is het een mooie weg om het eerst aan onszelf te leren en er vervolgens een intrinsieke motivatie van te maken bij de kinderen in plaats van een regel die van bovenaf wordt opgelegd en daarmee een regel wordt waar geen voeling mee is.
Commentaires